Krijgt u geen belastingtoeslagen?

Komt dat door uw verblijfstatus of die van uw partner?

Of u belastingtoeslagen (zorgtoeslag, huurtoeslag, kindgebonden budget, kinderopvangtoeslag) krijgt hangt mede af van de verblijfstatus van u zelf en die van uw partner en/of medebewoner. 

Heeft de aanvrager een verblijfsvergunning?

In de Algemene Wet Inkomensafhankelijke regelingen (AWIR) is bepaald dat alleen toeslagen worden verstrekt aan een vreemdeling die in het bezit is van een verblijfsvergunning. Ook als verlenging is aangevraagd of een bezwaarprocedure loopt tegen de afwijzing van een verlengingsaanvraag of tegen een intrekking van de verblijfsvergunning bestaat nog recht op toeslagen. Een voorwaarde daarvoor is wel dat die toeslagen al werden verstrekt toen de verblijfsvergunning nog geldig was.

Heeft uw partner rechtmatig verblijf?

Verder is in de AWIR bepaald dat geen toeslagen worden verstrekt aan de persoon die samenwoont met een ander persoon die niet rechtmatig in Nederland verblijft. Dat betekent dat een Nederlander of iemand die een verblijfsvergunning heeft geen zorgtoeslag, huurtoeslag, kindgebonden budget en kinderopvangtoeslag krijgt als hij samenwoont met een partner die niet rechtmatig in Nederland verblijft. Alsof die Nederlander (of persoon met een verblijfsvergunning) dan niet zijn eigen ziektekostenpremie en zijn eigen huur hoeft te betalen of (financieel) voor zijn kinderen moet zorgen!

Valt er wat te doen tegen de afwijzing van toeslagen?

Als uw toeslagen worden geweigerd vanwege de verblijfstatus van u of uw partner is het raadzaam dat u zich tot een advocaat wendt. In de eerste plaats kan het zijn dat het verblijf van de partner voor bepaalde periodes ten onrechte als onrechtmatig wordt aangemerkt. Als de partner bijvoorbeeld een aanvraag om een verblijfsvergunning heeft ingediend waarop nog niet is beslist, heeft die partner rechtmatig verblijf. In die periode heeft de Nederlandse partner recht op toeslagen. Het komt regelmatig voor dat de verblijfscode, die door de IND wordt gegeven en waarop de belastingdienst afgaat, niet klopt.

In de tweede plaats kan tegen de besluiten van belastingdienst worden aangevoerd dat deze in strijd zijn met het discriminatieverbod zoals dat is neergelegd in artikel 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en in artikel 26 van het Verdrag tot Bescherming van Burgerlijke en Politieke Rechten. De hoogste Nederlandse rechter in dit soort zaken, de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, heeft erkend dat er sprake is van een onderscheid tussen mensen met een rechtmatig in Nederland verblijvende partner aan de ene kant en mensen met een niet-rechtmatig in Nederland verblijvende partner. De Raad van State heeft echter geoordeeld dat dit onderscheid in principe gerechtvaardigd is vanwege het koppelingsbeginsel. Dat beginsel houdt in dat er geen (overheids)geld gaat naar mensen die illegaal in Nederland verblijven. Ik ben het niet eens met dit standpunt. Het overheidsgeld betreft hier toeslagen die bedoeld zijn voor de betaling van de ziektekostenpremie en de huur door iemand die wel in Nederland mag blijven, omdat hij Nederlander is of een verblijfsvergunning heeft. Hoe kan de niet rechtmatig in Nederland verblijvende partner profiteren van de ziektekostenverzekering van zijn partner? Het lijkt erop dat de Nederlander met een niet rechtmatig in Nederland verblijvende partner gewoon gestraft wordt met de onthouding van toeslagen.

Bijzondere gevallen

In heel bijzondere gevallen, zo heeft de Raad van State geoordeeld, kan die onthouding van toeslagen wel in strijd zijn met het discriminatieverbod. Dat was zo in de zaak, die ik heb bepleit, waarin de echtgenote niet rechtmatig in Nederland verbleef (www.rechtspraak.nl: ECLI:NL:RVS:2014:3788), omdat zij wegens een ernstige ziekte niet in staat was om haar toelatingsexamen voor een bepaalde studie te halen. Daardoor had zij haar studievergunning niet kunnen verlengen. Ook was er sprake van een heel jong kind (twee maanden oud) dat bijzonder kwetsbaar was. Er zijn zeker meer gevallen waarin een beroep gedaan kan worden op zeer bijzondere omstandigheden. Tenslotte is nog van belang dat de belastingdienst voortdurend nieuwe beschikkingen stuurt zodra er weer enige wijziging in de verblijfscode is doorgegeven. Het is van belang om binnen zes weken na de datum van de beschikking een bezwaarschrift in te dienen. U kunt hiervoor bij ons terecht.

Ellen Gelok