Participatiewet en overgangsrecht

Met ingang van 1 januari 2015 is de Participatiewet in werking getreden. Deze wet vervangt de Wet Werk en Bijstand (WWB), de WAJONG en de WSW. Met deze wet hoopt de overheid te bereiken dat mensen met een ziekte of handicap en mensen met een bijstandsuitkering die kunnen werken, sneller en gemakkelijker aan het werk gaan.

Had u op 31 december 2014 een uitkering en loopt het recht op uitkering in 2015 door dan is het voor u van belang om te weten dat wijzigingen over het algemeen niet direct mogen worden doorgevoerd en dat er door de gemeente in beginsel een overgangstermijn moet worden gehanteerd. Hieronder zetten wij voor u (kort samengevat) enkele belangrijke punten op een rij.

Meerdere personen in een huis.

Woont u met meerdere volwassenen in een huis dan heeft dat gevolgen voor uw recht op uitkering. Met ingang van 1 januari 2015 zal de uitkering per persoon lager uitvallen naarmate u met meer personen in een huis woont. Dit beginsel wordt de kostendelersnorm genoemd. Bij toepassing van deze norm worden in navolgende gevallen niet meegeteld:

  • jongeren tot 21 jaar ;
  • de partner die recht op bijstand heeft;
  • commerciële kamerhuurders of kostgangers;
  • medebewoners met studiefinanciering, beroepsbegeleiding leerweg (BBL) of onderwijs schoolgaande kinderen (WTOS).

Het overgangsrecht brengt met zich mee dat de nieuwe regeling bij een ongewijzigde situatie pas kan worden toegepast met ingang van 1 juli 2015. De norm die voor u gold op 31 december 2014 blijft dus in principe van toepassing tot 1 juli 2015. De gemeente zal in de eerste helft van 2015 uw persoonlijke situatie beoordelen. Afhankelijk van de situatie kan het zijn dat uw uitkering zal worden verlaagd. De gemeente dient u dan daarover tijdig per brief te informeren. Hebt u vóór 1 januari 2015 een aanvraag om bijstand ingediend en wordt hierop na 1 januari 2015 beslist, dan brengt het rechtszekerheidsbeginsel met zich mee dat de beslissing over uw recht op uitkering in ieder geval met betrekking tot de periode tot en met 31 december 2014  niet ongunstiger mag uitvallen voor u dan wanneer op grond van de vóór 1 januari 2015 geldende wetgeving over uw recht op uitkering was beslist. 

Alleenstaande ouder.

Als alleenstaande ouder krijgt u vanaf 1 januari 2015 dezelfde uitkering als een alleenstaande. U behoort hierover in december 2014 te zijn geïnformeerd.  In dat geval dient het kindgebonden budget dat u ontvangt van de belastingdienst te worden verhoogd. Ontvangt u deze verhoging niet, dan dient u contact op te nemen met de belastingdienst. Zie: www.toeslagen.nl. Het overgangsrecht kan met zich meebrengen dat de (hogere) norm voor alleenstaande ouders in de bijstand niet per 1 januari 2015 vervalt, maar nog tot 1 januari 2016 blijft bestaan. Dit is het geval als u ook op 31 december 2014 recht op (algemene) bijstand had naar de norm voor een alleenstaande ouder en u geen aanspraak op de alleenstaande ouderkop hebt uit het kindgebonden budget omdat u een partner hebt voor de Awir. Heeft u een toeslagpartner volgens de belastingdienst, dan gaat de verlaging van uw uitkering dus pas per 1 januari 2016 in. Voor een meer gedetailleerd schema over het overgangsrecht kunt u doorklikken naar dit schema.

Taaleis

De Eerste Kamer heeft op 17 maart 2015 de Wet Taaleis Participatiewet aangenomen. Dze wet heeft tot gevolg dat een bijstandsgerechtigde moet aantonen dat hij de Nederlandse taal in voldoende mate beheerst. Het overgangsrecht regelt dat de taaleisen ten aanzien van personen die op de datum van inwerkingtreding van de wet al aanspraak hadden op algemene bijstand pas  gelden zes maanden na de datum van inwerkingtreding van het wetsvoorstel. De beoogde datum van inwerkingtreding is 1 juli 2015. Voor degenen die dan al recht op een uitkering hebben, zal de regeling gaan gelden met ingang van 1 januari 2016.Indien uit een af te leggen toets bijkt dat u als bijstandsgerechtigde niet of in onvoldoende mate voldoet aan de taaleis, dus niet het voorgeschreven niveau haalt, dan zal uw bijstandsuitkering worden verlaagd. Hierop zijn uitzonderingen mogelijk. bijvoorbeeld indien u in het geheel geen verwijt te maken valt bijvoorbeeld vanwege bijzondere omstandigheden (dyslexi, analfebatisme, medische redenen) of omdat u zich alsnog (binnen een maand nadat de gemeente u te kennen heeft gegeven het vermoeden te hebben dat u niet voldoet aan de taaleis), bereid verklaart dit taalniveau te verwerven en aantoonbaar voldoet aan de voorgang die van u verwacht zou moeten worden. 

Personen met een WAJONG-uitkering (Wet Werk Arbeidsondersteuning Jonggehandicapten).

Wie op 31 januari 2014 recht had op een WAJONG-uitkering,  behoudt de Wajonguitkering en blijft bij het UWV. Wel gaat het UWV tussen 2015 en 2018 alle Wajong-gerechtigden opnieuw keuren. Wie volgens het UWV (gedeeltelijk) kan werken, krijgt volgens het overgangsrecht vanaf 2018 een lagere uitkering van 70% van het minimumloon van het UWV (nu is dat 75%). Wie blijvend en volledig arbeidsongeschikt is,  behoudt de uitkering van 75%. Wie blijvend en volledig niet kan werken, blijft recht houden op de Wajonguitkering van het UWV. Viel u op 31 december 2014 nog niet onder de WAJONG, dan valt u vanaf  1 januari 2015 onder de Participatiewet.  Jongehandicapten die wel kunnen werken, krijgen dan van de gemeente een bijstandsuitkering als ze voldoen aan de voorwaarden en hulp bij het vinden van geschikt werk. 

Participatiewet en WSW (Wet Sociale Werkvoorziening)

Sinds 10 september 2014 is het niet meer mogelijk om een nieuwe aanvraag in te dienen voor een WSW-indicatie. Vanaf 1 januari 2015 kunt u niet meer instromen in de WSW. Dit betekent dat u niet meer geplaatst kunt worden bij een sociale werkvoorziening, ook niet als u al een WSW-indicatie heeft.

Als u wel een WSW-indicatie heeft, maar op 31 december 2014 geen dienstverband (meer), dan kunt u vanaf 1 januari 2015 niet meer instromen in een WSW-baan. U kunt mogelijk wel hulp bij studie of werk krijgen van de organisatie die uw uitkering verstrekt (gemeente of UWV).

Als u op 31 december 2014 een dienstverband heeft bij een sociale werkvoorziening, verandert er niets voor u.