Op 20 februari 2020 heeft de rechtbank geoordeeld dat de gemeente Amsterdam onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de Wmo-tarieven, die het hanteert voor ambulante ondersteuning en dagbesteding, toereikend zijn voor een cliënte van ons kantoor. Wat speelde er in deze zaak?
Cliënte kwam enkele jaren geleden bij ons met de mededeling dat zij met de tarieven, die de gemeente Amsterdam hanteert voor ambulante begeleiding en dagbesteding, geen adequate zorg kan inkopen. Zij werd onder meer geconfronteerd met Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) en had hierdoor gespecialiseerde zorg nodig. Omdat zij zelf de regie wilde hebben over haar leven, wilde zij deze zorg inkopen via een pgb. De tarieven, die deze zorgverleners hanteerden, lagen echter hoger dan de tarieven, die de gemeente Amsterdam hanteert in de Verordening maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2015. In deze Verordening wordt voor ambulante ondersteuning een uurtarief gehanteerd van EUR 42,60 (2020) en voor dagbesteding een dagdeeltarief van EUR 36,19 (2020).
De gemeente stelde dat de tarieven in de Verordening toereikend waren om zorg in te kopen in het kader van een pgb. Daarnaast stelde de gemeente dat cliënte de door haar gewenste zorg kon afnemen bij gecontracteerde zorgaanbieders in de vorm van Zorg in Natura (ZIN).
Cliënte stelde echter dat het pgb een volwaardig alternatief moet zijn voor ZIN. Daarnaast stelde zij dat alle zorgaanbieders, die gespecialiseerd zijn in NAH, een hoger tarief (zowel bij ZIN als bij pgb) hanteren dan de gemeente.
Uiteindelijk werd cliënte door de rechtbank Amsterdam in het gelijk gesteld. De rechtbank oordeelde dat de gemeente Amsterdam cliënte in haar keuzevrijheid tussen een pgb en ZIN niet mag beperken en dat pgb een volwaardig alternatief moet zijn voor ZIN. Ook overwoog de rechtbank dat de gemeente Amsterdam personen niet mag dwingen om ZIN af te nemen van gecontracteerde zorgaanbieders. Tot slot overwoog de rechtbank dat niet was gebleken dat cliënte met de door de gemeente Amsterdam gehanteerde tarieven zorg kon inkopen bij (gecontracteerde) zorgaanbieders.
Na deze uitspraak heeft de gemeente Amsterdam erkend dat de tarieven voor ambulante ondersteuning en dagbesteding niet toereikend zijn en dit heeft ertoe geleid dat cliënte alsnog een pgb-budget ter beschikking is gesteld, waarmee zij de door haar gewenste hulp- en zorgverleners kan inschakelen met de door hen gehanteerde tarieven.
Deze uitspraak is een winst voor personen, die de regie willen houden over hun eigen leven en die keuzevrijheid willen hebben tussen een pgb en ZIN.
Thomas Vetter