Tot ons kantoor wendde zich een man, die op enig moment failliet is verklaard en op straat kwam te staan. Omdat hij geen woning meer had, ving zijn broer hem op in zijn woning. De gemeente Amsterdam stelde vervolgens vast dat hij een gezamenlijke huishouding voerde met zijn broer. Om deze reden werd zijn aanvraag om een bijstandsuitkering afgewezen en kon hij twee jaar lang geen uitkering aanvragen op het adres van zijn broer.
Het was echter van belang dat cliënt de beschikking had over een briefadres. Alleen dan kan je aanspraak maken op toeslagen, zorgverzekeringen, etc.. Op grond hiervan werd er voor cliënt een briefadres aangevraagd bij de gemeente Amsterdam. Zijn aanvraag werd echter afgewezen op de grond dat hij beschikte over een vast woonadres in de zin van de Basisregistratie Personen (Brp). Hij was immers inwonend bij zijn broer.
De broer wilde niet dat cliënt regulier bij hem zou worden ingeschreven, omdat cliënt allerlei schuldeisers achter zich aan had. Het was derhalve van groot belang dat cliënt ingeschreven werd met een briefadres.
Uiteindelijk belandde de zaak bij de rechtbank Amsterdam. De gemeente stelde dat de Brp geen ruimte biedt om een briefadres te verstrekken in de situatie dat iemand beschikt over een vast woonadres. Wij stelden echter dat cliënt nergens anders terecht kon voor een briefadres en dat op basis van een recente circulaire van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de gemeente gehouden was om een briefadres te verstrekken.
Tijdens de zitting bleek dat de gemeente een interne gedragslijn hanteert, die nog niet is gepubliceerd, waarin is geregeld dat iemand – ondanks het feit dat hij beschikt over een vast woonadres – een (tijdelijk) briefadres kan krijgen in de situatie dat hij zich buiten zijn schuld om nergens kan inschrijven. Aangezien de gemeente Amsterdam niet kon uitleggen waarom deze gedragslijn niet van toepassing was op cliënt, is het beroep gegrond verklaard en is cliënt met een briefadres ingeschreven op zijn woonadres, terwijl de Brp deze mogelijkheid niet biedt.
Dit betekent een enorme winst voor al die mensen, die wel ergens wonen, maar die zich niet van de hoofdbewoners mogen inschrijven in de Brp wegens schuldenproblematiek.
Thomas Vetter