De minister van rechtsbescherming heeft op 9 november plannen gepresenteerd die zullen leiden tot de afbraak van het stelsel van gefinancierde rechtsbijstand. De minister wil de rechtsbijstand privatiseren en wil de toegang tot die rechtsbijstand bovendien sterk beperken. Straks gaat de overheid bepalen welke weg een burger met een juridisch probleem moet bewandelen. De bijstand door een onafhankelijk advocaat zal daarbij uitzondering worden. Dit terwijl in ruim 60% van de zaken, waarvoor nu gefinancierde rechtsbijstand wordt verleend, de overheid de wederpartij is. De eigen bijdragen voor deze uitgeklede rechtsbijstand gaan bovendien fors omhoog.
Kennelijk neemt de minister van rechtsbescherming het niet zo nauw met de rechtsbescherming als het om de zwakkeren in de samenleving gaat. Met als gevolg dat de sterke partijen in de samenleving, waaronder de overheid zelf, meer macht zullen krijgen. Mensen met een krappe beurs die straks hun baan, huis of uitkering verliezen, of die op andere vlakken worden geconfronteerd met een juridisch probleem, zullen het veelal zonder advocatenhulp moeten stellen. Hierdoor wordt het recht voor hen moeilijker bereikbaar, zo niet onbereikbaar. Als mensen er niet meer op kunnen vertrouwen dat het recht er ook voor hen is, dan tast dat onze rechtsstaat aan.
Vanuit de advocatuur is fel gereageerd op de plannen van de minister. In plaats van er voor te zorgen dat sociale advocatuur niet leegloopt, door nu eindelijk eens te zorgen voor een toereikende vergoeding van het advocatenwerk voor on- en minvermogende rechtzoekenden, doet de minister het omgekeerde: hij schaft de advocatenhulp voor deze groep rechtzoekenden grotendeels af. Voorstellen vanuit de advocatuur ter versterking van het huidige stelsel zijn systematische genegeerd. Deze minister kiest voor afbraak.
Lees de reacties van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) en de Vereniging Sociale Advocatuur Nederland (VSAN):
NOvA:
VSAN:
https://www.vsanadvocaten.nl/persberichten.asp?cat=6004&nb=10124