Wie jokt vaker: de burger of de ambtenaar? Delft de burger in het bestuursrecht niet te vaak het onderspit doordat hij ten onrechte niet, en het bestuursorgaan ten onrechte wel op de blauwe ogen wordt geloofd?
Hoe vaak mag het bestuursorgaan naast schieten voor het ‘af’ is? Moet de lat die hier voor de burger hoog ligt niet ook omhoog voor het bestuur?
Moeten burger en bestuur niet veel meer als gelijkwaardigen worden behandeld, of moet juist het oude fenomeen van de ongelijkheidscompensatie afgestoft worden om te voorkomen dat de burger vermalen wordt?
Hieronder vindt u de presentatie die mr Ellen Gelok op 10 september 2015 hield ter gelegenheid van een bijeenkomst in de reeks "Excellente Rechtspraktijk'' georganiseerd door de Praktizijnsbibliotheek in samenwerking met de Stichting Opleiding Advocaten Amsterdam.
Per 1 januari 2015 heeft de overheid een aantal belangrijke - met name fiscale - wijzigingen doorgevoerd. De fiscale aftrek van de kinderalimentatie en de alleenstaande ouderkorting is afgeschaft. Daarvoor in de plaats is er een zogenaamde alleenstaande ouderkop gekomen boven op het kindgebonden budget (KGB) van maximaal € 3.050,- per jaar.
Deze wijzigingen hebben gevolgen voor de hoogte van de kinderalimentatie en kunnen een reden zijn om de vastgestelde kinderalimentatie te wijzigen.
Onlangs werd ons kantoor geconfronteerd met een slachtoffer van een geweldsmisdrijf. Hij was werkzaam als ZZP’er en raakte arbeidsongeschikt als gevolg van een roofoverval. Omdat hij geen arbeidsongeschiktheidsverzekering had, kwam hij in de bijstand terecht. Nadat hij van het Schadefonds Geweldsmisdrijven een uitkering ontving in verband met verlies aan inkomen, welke uitkering gemaximeerd was op EUR 125,00 per week, werd deze volledig afgetrokken van de bijstandsuitkering. Het slachtoffer bleef zitten met de inkomensschade en werd op geen enkele wijze gecompenseerd.
De Wet Werk en Zekerheid die inmiddels is ingevoerd heeft onder meer tot belangrijke wijzigingen in het ontslagrecht geleid. De belangrijkste wijzigingen op een rij.
De overheid heeft zich enerzijds ten doel gesteld om te zorgen voor goede schuldhulpverlening omdat de maatschappelijke kosten van problematische schulden hoog zijn. Anderzijds worden burgers door repressief beleid en onevenwichtige regelgeving van deze zelfde overheid, nogal eens geconfronteerd met schulden waar ze niet meer uit komen en kan het hun vervolgens overkomen dat ze ook nog eens worden afgewezen voor een schuldhulpverleningstraject.
Een goed voorbeeld van deze problematiek vormt de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid in de sociale zekerheid. Deze wet heeft ertoe geleid dat ook in gevallen waarin geen sprake is van opzet maar van een vergissing, soms torenhoge boetes worden opgelegd. Bovenop een schuld die is ontstaan als gevolg van intrekking, of herziening en terugvordering van eerder toegekende uitkeringen. Dergelijke schulden worden veelal aangeduid als fraudeschulden, terwijl er lang niet altijd sprake is van opzet.
Als een burger die een dergelijke schuld heeft, zich later aanmeldt voor schuldhulpverlening dan wil het nog wel eens gebeuren dat dit verzoek al op voorhand wordt afgewezen. Dit is zeker niet altijd terecht..
De laatste tijd melden zich bij ons kantoor met enige regelmaat studenten die worden geconfronteerd met een omzetting van hun beurs van uitwonend naar thuiswonend, omdat ze volgens de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) niet zouden wonen op het adres waaronder ze staan ingeschreven bij de basisregistratie personen (BRP). De gevolgen zijn verstrekkend. Niet alleen moeten ze vaak duizenden euro’s aan studiebeurs terugbetalen, daarnaast krijgen ze ook nog een fikse boete opgelegd.
Wie een bijstandsuitkering aanvraagt moet aantonen dat hij die nodig heeft. Daarbij is ook de woon- en leefsituatie van belang. De gemeente wil weten waar iemand woont en met wie hij woont. En als er sprake is van een medebewoner, dan wil de gemeente weten of er een gezamenlijke huishouding wordt gevoerd. Als dat namelijk het geval is, dan is (de omvang van) het recht op bijstand afhankelijk van het inkomen van de medebewoner.
Op 8 mei 2015 vindt in Madrid een symposium plaats over gefinancierde rechtsbijstand in verschillende Europese landen. Dit symposium is georganiseerd door de AED (Avocats Européens Démocrates), een koepelorganisatie waarbij verschillende landelijke organisaties zijn aangesloten van advocaten die actief zijn op het gebied van de sociale rechtshulp, dat wil zeggen rechtshulp aan burgers die te weinig geld hebben om een advocaat te kunnen betalen.
Al jarenlang loopt ons kantoor tegen een aantal bewijsproblemen in WIA-zaken. Wat hierbij het meest in het oog springt, is dat burgers met een laag inkomen moeilijker hun recht kunnen halen dan mensen met een hoog inkomen. Wie namelijk een rapport van een verzekeringsarts van tafel wil krijgen, zal vaak een medische contra expertise moeten overleggen. Een dergelijk onderzoek is kostbaar en voor veel mensen financieel niet haalbaar.
Uitzending Nieuwsuur 11 maart 2015 over de Participatiewet. Handelt de gemeente Apeldoorn niet in strijd met de wet?
Met ingang van 1 januari 2015 is de Participatiewet in werking getreden. Deze wet vervangt de Wet Werk en Bijstand (WWB), de WAJONG en de WSW. Met deze wet hoopt de overheid te bereiken dat mensen met een ziekte of handicap en mensen met een bijstandsuitkering die kunnen werken, sneller en gemakkelijker aan het werk gaan.