Recentelijk werd ik geconfronteerd met een man van ongeveer 40 jaar, die een fietsongeluk had meegemaakt en daardoor onder meer cognitieve en energetische klachten had ontwikkeld. Tot het fietsongeluk stond deze man middenin het leven. Hij had twee banen, deed aan wielrennen en had een druk sociaal leven. Na het ongeluk kwam de man vanwege zijn klachten in een sociaal isolement terecht. Er was dus duidelijk sprake van een 'knik in de levenslijn'.
Omdat de man zijn werk niet meer kon verrichten, kwam hij uiteindelijk bij het UWV terecht voor een inkomensvoorziening (WIA-uitkering). Het UWV schakelde vervolgens een neuroloog in om nader onderzoek te doen naar de arbeidsongeschiktheid van de man. Deze neuroloog kwam echter - onder verwijzing naar de Richtlijn Functieverlies, vijfde editie - tot het oordeel dat er geen sprake was van objectiveerbare beperkingen. Hiertoe overwoog de neuroloog dat op basis van louter anamnestische gegevens er geen functieverlies kon worden aangenomen. Er waren geen afwijkingen aangetroffen op een CT-scan en bovendien was er geen of slechts kortdurend bewustzijnsverlies geweest na het ongeval. Op basis hiervan werd de WIA-aanvraag van de man door het UWV geweigerd.
We zijn hierover gaan procederen en hebben aangevoerd dat de inzichten van de neuroloog - en in het verlengde daarvan de werkgroep neurologie, die de Richtlijn Functieverlies had opgesteld - strijdig zijn met wetenschappelijke inzichten vanuit (onder meer) de neuropsychologie. Uiteindelijk heeft dit ertoe geleid dat de rechtbank Amsterdam een hoogleraar op het gebied van neuropsychologie heeft benoemd als onafhankelijk deskundige om de zogenoemde 'knoop door te hakken'. Deze hoogleraar kwam tot de conclusie dat er wel degelijk forse energetische en cognitieve beperkingen waren, die samenhingen met het fietsongeval, waarmee het UWV niet of onvoldoende rekening had gehouden. De rechtbank heeft vervolgens de besluitvorming van het UWV vernietigd.
Helaas is het UWV in hoger beroep gegaan tegen deze uitspraak. Er volgt derhalve nog een defintieve uitspraak van de Centrale Raad van Beroep.
Thomas Vetter