Gebruik reisgegevens door DUO in strijd met privacy

Nog steeds worden studenten geconfronteerd met uitwonendencontroles door DUO, die uitmonden in herziening en terugvordering van studiefinanciering en doorgaans ook een forse boete. Deze beslissingen gaan in bezwaar of beroep nogal eens onderuit, omdat de controles niet altijd op de juiste manier zijn uitgevoerd. De Centrale Raad van Beroep maakte korte metten met beslissingen van DUO die waren gebaseerd op huisbezoeken door onbevoegde controleurs. Hierover verscheen op 6 december 2016 een artikel op onze website. DUO onderbouwt zijn beslissingen nu ook vaak met OV-reisgegevens, bijvoorbeeld als daaruit kan worden afgeleid dat de student in een bepaalde periode hoofdzakelijk gebruik maakt van haltes in de buurt van zijn ouderlijk huis. Op 8 mei 2017 heeft de Rechtbank Den Haag geoordeeld dat het gebruik van reisgegevens strijdig is met het recht op privacy van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).

In artikel 8 van het EVRM is bepaald dat het openbaar gezag, waaronder ook DUO valt, zich niet mag mengen in het privéleven van burgers, tenzij daarvoor een -voldoende precieze- wettelijke basis is. In deze zaak heeft de rechtbank eerst de vraag beantwoord of het verzamelen en gebruiken van reisgegevens een inbreuk vormt op de privacy. De rechtbank beantwoordt die vraag met ‘ja’ en dat lijkt mij terecht. Immers door het dagelijks vastleggen van de in- en uitcheckgegevens worden bepaalde aspecten van het persoonlijke leven van iemand blootgelegd, zeker als dat over een langere periode gebeurt en die gegevens aan de hand van het nummer van de ov-chipkaart tot de persoon in kwestie kunnen worden herleid.

Vervolgens heeft de rechtbank onderzocht of voor deze inbreuk een toereikende wettelijke basis is. De rechtbank komt tot de conclusie dat die er niet is. Op grond van de Algemene wet bestuursrecht hebben handhavingsmedewerkers van DUO bepaalde bevoegdheden, waaronder de bevoegdheid om inlichtingen te vorderen en inzage te vorderen van zakelijke gegevens en stukken. Het gaat hier volgens de memorie van toelichting bij deze wet om zakelijke gegevens. Nu de opgevraagde reisgegevens op de persoon van de betrokken student herleidbaar zijn, kunnen ze volgens de rechtbank niet langer als zakelijk worden beschouwd. Met andere woorden: de wettelijke onderzoeksbevoegdheid van de handhavingsmedewerkers van DUO gaat niet zo ver dat zij ook reisgegevens mogen opvragen en gebruiken.

Het gevolg hiervan was dat DUO de reisgegevens niet aan zijn beslissing ten grondslag mocht leggen. In deze zaak had ook een huisbezoek plaatsgevonden. Omdat één van de controleurs onbevoegd was, kon DUO de rapportage van dit huisbezoek niet meer gebruiken. Nu ook de reisgegevens de prullenbak in moesten, was er geen enkele basis meer voor de beslissing tot herziening en terugvordering van studiefinanciering. Het beroep werd gegrond verklaard.

DUO kan nu nog in hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep. Het laatste woord is hierover dus nog niet gezegd. Maar de Rechtbank Den Haag heeft een mooie voorzet gedaan en het is te hopen dat de Centrale Raad hierin meegaat. In ieder geval is er voor studenten die ten onrechte worden geconfronteerd met de omzetting van hun uitwonendenbeurs in een thuiswonendenbeurs nog steeds alle reden om de beslissingen van DUO aan te vechten. Let wel goed op: er moet binnen 6 weken bezwaar worden gemaakt tegen zowel de beslissing tot herziening en terugvordering als de beslissing tot oplegging van de boete.

Marleen van Geffen